De monnik en de prostituee

De monnik en de prostituee

Een monnik woonde in de buurt van de tempel van Shiva. In het huis aan de overkant woonde een prostituee. Toen de monnik het grote aantal mannen zag dat haar bezocht, besloot hij met haar te gaan praten. ‘Je bent een grote zondaar,’ zei hij streng. ‘Je onthult elke dag en elke nacht je gebrek aan respect voor God. Denk je er nooit aan om na te denken over wat er met je zal gebeuren na je dood?’

De arme vrouw was erg geschrokken van wat de monnik zei. Ze bad tot God uit oprecht berouw en smeekte om Zijn vergeving. Ze vroeg de Almachtige ook om haar te helpen een andere manier te vinden om haar brood te verdienen. Maar ze kon geen ander werk vinden en nadat ze een week lang honger had gehad, keerde ze terug naar de prostitutie. Maar elke keer dat ze haar lichaam aan een vreemdeling gaf, bad ze de Heer om vergeving.

Geërgerd dat zijn advies geen effect had, dacht de monnik bij zichzelf:
‘Vanaf nu zal ik een telling bijhouden van het aantal mannen dat naar dat huis gaat, tot de dag dat de zondaar sterft.’ En vanaf dat moment deed hij niets anders dan het komen en gaan in het huis van de prostituee te volgen, en voor elke man die naar binnen ging, voegde hij een steen toe aan een stapel stenen naast hem.

Na enige tijd sprak de monnik opnieuw met de prostituee en zei: 
‘Zie je die stapel stenen? Elke steen vertegenwoordigt een doodzonde die door jou is begaan, ondanks al mijn waarschuwingen. Ik zeg nog een keer tegen je: zondig niet meer! ‘ 

Toen ze zag hoe haar zonden zich hadden opgehoopt, begon de vrouw te beven. Toen ze weer thuis was, rouwde ze tranen van echte bekering en bad tot God: ‘O Heer, wanneer zal Uw genade mij van dit ellendige leven bevrijden?’ Haar gebed werd verhoord. Diezelfde dag kwam de engel des doods naar haar huis en droeg haar weg. Op bevel van God stak de engel de straat over en nam ook de monnik met zich mee. 

De ziel van de prostituee ging regelrecht naar de hemel, terwijl de duivels de monnik in de hel droegen. Ze kwamen elkaar onderweg tegen, en toen de monnik zag wat er gebeurde, riep hij uit: ‘Is dit Uw gerechtigheid, o Heer? Ik heb mijn hele leven doorgebracht in toewijding en armoede en nu word ik meegenomen naar de hel, terwijl die prostituee, die heel haar leven leefde, doordrenkt van zonde, omhoog wordt gedragen naar de hemel! ‘

Toen hij dit hoorde, antwoordde één van de engelen: ‘Houdingen zijn altijd rechtvaardig. Je dacht dat Gods liefde betekende dat je het gedrag van je naaste moest beoordelen. Terwijl je je hart vulde met de onreinheid van andermans zonde, bad deze vrouw vurig, dag en nacht. Haar ziel is zo licht na al de tranen die ze heeft afgeworpen, dat we haar gemakkelijk naar het Paradijs kunnen dragen. Jouw ziel is zo zwaar beladen met stenen dat hij te zwaar is om op te tillen.’

Door Paulo Coelho